VERPLICHTE BOEKWERKEN

Bij het GMDSS Marcom B gedeelte vind je al een hele beschrijving van de boeken en we doen er hier nog een uitbreiding bij. Zeker bij de operationele vaardigheden van Marcom A is kennis van de werking van de boekwerken nodig. Je moet er letterlijk mee werken. Tijdens het examen moet je ook gegevens opzoeken, maar die vind je dan in de bijgeleverde Standaard bijlage, een soort uittreksel van bepaalde boeken.

De wet bepaalt ook welke schepen, welke apparatuur aan boord moeten hebben. Dit hangt weer van het vaargebied af. Nederlandse schepen moeten ook aan de GMDSS-eisen voldoen. De Schepenwet maakt een verschil tussen schepen van de handelsvaart en vissersschepen. Handelsschepen vallen onder het Schepenbesluit en de vissersvaartuigen onder het Vissersvaartuigen besluit.

In grote lijnen komt het er op neer dat een schip een DSC-marifoon/wachtontvanger moet hebben, een Sart. Als het schip groter is dan 500 GT, is één marifoon voldoende, drie GMDSS-portofoons, een navtex en als men buiten het bereik van een Navtexstation komt moet er een EGC-ontvanger aan boord zijn. En er moet een Cospas Sarsat EPIRB, aan boord zijn. Als men buiten het A1-gebied vaart dan komt er ook een MF/HF-zender/ontvanger aan boord met de ontvangstmogelijkheid van 2187,5 KHz. en in het A3-zeegebied een Inmarsat B, C of een Fleet 77-installatie. Er is een lijst waar precies in te vinden is wat men in welk zeegebied aan boord moet hebben.

Je moet kunnen communiceren per VHF, zo nodig ook vanaf de brugvleugels. Je moet noodalarmeringen kunnen ontvangen en verzenden. Er zijn richtlijnen/eisen aan de apparatuur gesteld. De uitvoering daarvan is in handen van de markt/fabrikant. De apparatuur voldoet aan de eisen als er een Wheelmark (teken van de IMO); een stuurrad of een CE keurmerk.

Bij marifoon en GMDSS hebben we al geleerd dat zendapparatuur gedekt moet zijn door een vergunning wat tegenwoordig de melding van het gebruik van de frequentieruimte is. Dit regelt u via internet bij Agentschap Telecom. U komt dan in het Frequentie Gebruikers Register te staan. Het papier dat u ontvangt wordt voor Nederland het registratiebewijs genoemd; internationaal spreken we van Ship Station License.

Scheepsnaam, MMSI-nummer callsign, eigenaar, de Accountancy code, de zenders en andere apparaten staan hier op. Hier hoeft u niet voor te betalen.

Het is mogelijk dat er een inspectie komt. In Nederland gebeurt dat door handhavers van Agentschap Telecom, maar ook andere landen hebben inspectiediensten. Er wordt dan naar registratiebewijzen en andere documenten gevraagd. Het kan ook zijn dat klassebureau’s documenten afgeven en keuringen verrichten namens de staat. Het ministerie van Infrastructuur en Milieu (voorheen ministerie van Verkeer en Waterstaat) kan experts aanwijzen die bijvoorbeeld de gehele GMDSS-installatie bekijken. Deze controleurs houden zich meestal bezig met de beroepsvaart. De pleziervaart wordt doorgaans door het Agentschap Telecom gedaan. Dit is dan steekproefgewijs, terwijl er voor de beroepsvaart termijnen in acht worden genomen. Het Agentschap Telecom kan met peilapparatuur de ether ook controleren.

VC is een veiligheidscertificaat, een document van het ministerie en een voortvloeisel van het IMO HSSC-systeem (Harmonized System of Survey en Certification) voor schepen groter dan 500 BRT. Het is een document waaruit blijkt dat de apparatuur gekeurd is. Het certificaat is vervolgens geldig voor de duur van vijf jaar. Er is ook nog een uitrustingsoverzicht wat Record of Equipement wordt genoemd en dat hoort bij het VC. Hier staat in welke apparatuur aan boord is. De bedieningscertificaten behoren ook tot de officiële documenten, maar omdat u hier al voldoende van weet, gaan we hier niet verder op in.

Er moet GMDSS-procedurekaart op de brug aanwezig zijn. Er moet een radiodagboek worden bijgehouden, maar dat mag ook een onderdeel van het scheepsjournaal zijn. Hierin staat onder andere de naam van de verantwoordelijke persoon voor de afhandeling van nood-, spoed- en veiligheidsverkeer. En ook: tijden van aanvang en beëindiging van de radiowacht. Bij onderbreking daarvan moet dit in het journaal worden vermeld. Verder: één keer per dag de positie, maandelijkse testen, van portofoon, EPIRB en Sart. Bijzonderheden betreffende het nood-, spoed- en veiligheidsverkeer, het laden van de batterijen en testen van de DSC-apparatuur. Het Handboek Algemene Maritieme Radiocommunicatie van het Agentschap Telecom is ook verplicht.

Bij GMDSS is er een aantal boeken genoemd, zoals de List of Coast Stations. Dit is de ITU lijst IV. Veel van deze gegevens kun je ook in de ARLS-volume 1 vinden. Er worden supplementen uitgegeven.

List of Ship Stations, dit is de ITU lijst 5. Hier staan ook de verrekeningskantoren AAIC’s in. Dit boek komt ieder jaar uit. Ook de bijzonderheden betreffende het schip en de Inmarsatnummers staan hier in.

List of Numerical Identities, een index van roepletters, MMSI en radio-telexnummers met de corresponderende scheepsnaam. Dit is de ITU lijst VIIA. De per land toegewezen roepletters, de MID-nummers (voor Nederland 244, 245, 246 en 247. En de MMSI-nummers zijn hier in te vinden.

Manual die eigenlijk Manual for the use by the Maritime Mobile Satellite Services heet. Hier zijn de ITU voorschriften in te vinden, ook een ITU uitgave. De delen A tot en met F. Voorschriften van de Conventie van Genève Samenvatting internationale regelgeving, Radio Reglement, enzovoort.

Het IAMSAR van de IMO. Volledige naam is Aeronautical and Maritime Search and Resque Manual. Richtlijnen voor noodgevallen op zee. SAR-operaties. Afspraken over zoekpatronen.

We zeggen het Internationaal Seinboek, maar officieel spreken we van het International Code of Signals. Hier staan ook nog vlagseinen en morseseinen in. Een IMO-uitgave. 1 letterseinen (spoed), 2 letter seinen (medisch )en 3 letterseinen, vraag om medisch advies.

ALRS Volume 1 Bijzonderheden kuststations, SAR en medische procedures, ALRS-volume 5. Volledige naam Admiralty List of Radio Signals volume 5. Hier staan GMDSS-gegevens in voor de A1- tot en met A4-gebieden. Gegevens over het EPIRB-systeem, Inmarsat, Navtex, MF en HF. ALRS vol 2, Radio Navigation, radiobakens, radarbakens, en de ALRS-volume 3; voor de maritieme safety informatie, zoals Navtex en Safetynet. ALRS Volume 4, meteostations. De ALRS VOL 6, voor de Vessel en Traffic Services and Port Operations.

Verplichte radiowacht, ononderbroken op een plaats waar er gewoonlijk ook wordt genavigeerd. We hebben al eerder aandacht geschonken aan de verplichte uitrusting. Dit hing immers van het vaargebied af. Denkt u nog even aan het Internationale spellingsalfabet.