WETGEVING
Zo in het voorgaande hebben we al aardig wat wetgeving gehad, maar soms moeten we er nog even dieper op ingaan. We hebben internationale wetgeving via de IMO, die over de veiligheid gaat (te vinden in Solas IV). Uitrusting in HSSC (Harmonized System of Survey and Certification). De regelgeving schrijft voor dat aan boord aanwezig moeten zijn: een marifoon, een DSC wachtontvanger, twee of drie GMDSS-portofoons, een Navtex, EPIRB en SART. Ook EGC (ontvangst van veiligheidsberichten per satelliet) voor wanneer men zich buiten het bereik van Navtexstations bevindt. Het hangt van het zeegebied af wat er aan boord moet zijn. Bijvoorbeeld in het A3-gebied: Inmarsat met ECG, een tweede DSC, een HF met DSC en telex en een Inmarsat-terminal. Uiteraard moet alles weer zijn gedekt door het registratiebewijs (Ships Station License) afgegeven door Agentschap Telecom. Een Veiligheidscertificaat wordt afgegeven door ministerie van Verkeer en Waterstaat is vijf jaar geldig. Een Record of Equipement is een uitrustingsoverzicht van de radioapparatuur.
Een Marcom B bedieningscertificaat heet dan in het Engels een Reduced Operator Certificate en een Marcom A en General Operator Certificate.
Er is een GMDSS nood procedure kaart, waarop de noodfrequenties staan. Dit wordt ook als een hulpmiddel gezien. In het A1-gebied moet maritiem-officier over Marcom B beschikken; Marcom A voor alle zeegebieden. Als je een marifoon aan boord hebt die onder de zeevaartuitvoering valt moet je in ieder geval Marcom B hebben. Marcom A bij MF/HF en telex en Inmarsat natuurlijk. De apparatuur moet aan de wettelijke voorschriften voldoen en als dat zo is staat het Wheelmark (stuurwieltje) er op. Een persoon aan boord op zee heeft het Radio Elektronica Certificaat (at sea maintenance). Het onderhoud is toevertrouwd aan een erkende walorganisatie (Shore-Based Maintenance).
In andere landen aangesloten bij de ‘Port State Control’ mogen ambtenaren inspecties uitvoeren ook op grond van de plaatselijke wetgeving. Bovendien mag ook de vaardigheid in het bedienen van de operator worden getoetst.
Alles wat je ontvangt is alleen voor het eigen schip en mag niet voor andere doeleinden worden gebruikt en niet aan derden worden doorgegeven. Er is ook een geheimhoudingsplicht. Die geldt uitsluitend voor de certificaathouders. Er zijn ook gedragsregels voor het gebruik zoals de juiste kanalen en frequenties en het juiste vermogen. Eerst luisteren of het kanaal vrij is, kort en bondig, rustig en duidelijk spreken. Overtredingen kunnen leiden tot boete, zendverbod of inbeslagneming. We hebben het bij de inleiding al even gehad over de identificatie van de stations. De ATIS-verplichting hebben we bij de marifonie al behandeld.